Als beginnende planner in de WMO komt er ineens veel op je af. Dat merken Jessica Babychan en Martijn Ram ook. Tijdens het webinar ‘Ervaringen van planners’ vertellen ze hoe zij het planwerk als startende planner hebben ervaren. In deze blog lees je waar ze tegenaan zijn gelopen en geven ze tips voor andere startende planners.
Martijn: “Voor mij was het werk helemaal nieuw. Bij mijn vorige werkgever had ik een beetje planervaring opgedaan, maar plannen in de WMO gaat toch anders. In het begin dacht ik: wat komt er nu op mij af? Inmiddels heb ik het werk wel onder de knie. Je komt al een heel eind met goede communicatie, een band met de medewerkers en contact met de klant.”
Jessica: “Ik ben in juli gestart, midden in de vakantieperiode. Ik had het dus al meteen heel druk met de planning. Soms opende ik de planning en zag ik dat 20 klanten nog niet ingeroosterd waren deze week. Het is mogelijk dat je niet iedereen ingepland krijgt. Dat vond ik in het begin heel lastig, maar ik leer nu steeds beter om het werk aan het einde van de werkdag los te laten.”
Jessica: “Ik begin om acht uur ’s ochtends met het openen van mijn mailbox. Daar vind ik meestal de overdracht van een collega en de ziekmeldingen van medewerkers. Eerst kijk ik of ik het rooster toch rond kan krijgen. Helaas merken we het personeelstekort ook in de WMO-zorg. Als ik geen vervanging kan regelen voor de cliënt, bel ik de cliënt op om dat te melden. Als de ziekmeldingen zijn afgerond, verwerk ik de vakanties in de planning. De hele dag door word ik gebeld door medewerkers of cliënten met vragen. Dat vind ik ook het leukste aan de WMO: het contact met iedereen.”
Martijn: “Het is belangrijk dat je alle gesprekken met medewerkers en cliënten logt. Dat is fijn voor jou en je collega’s. Zo weet je precies wat er is gezegd. Soms komt een medewerker of cliënt terug op een gesprek waarvan je weet dat het anders is verlopen. Door dat te loggen, heb je houvast in volgende gesprekken. Daarnaast helpt het in de overdracht naar je collega’s.
Een andere tip is om medewerkers mee te laten denken in oplossingen, zowel in de planning als op de werkvloer. Ik merk dat de bereidwilligheid groeit en medewerkers zich betrokken voelen. Maar je moet natuurlijk als planner wel de regie behouden.”